Waterdieren
Dolfijn:
In 2009 bracht de dolfijnentrainer van Flipper, Ric O'Barry, de documentaire The Cove uit. Hierin liet hij zien hoe dolfinaria de jaarlijkse slachting van 23.000 dolfijnen in Taiji, Japan, in stand houdt. Internationaal bracht de film een schokgolf te weeg, met name in Japan. The Cove werd beloond met een Academy Award voor beste documentaire.
Dolfijnen (Delphinidae) zijn een familie van in zee levende walvisachtigen. Ze worden ook wel dolfijnachtigen, zeedolfijnen of echte dolfijnen(in tegenstelling tot de grondeldolfijnen) genoemd. Ze vormen een familie uit de onderorde der tandwalvissen (Odontoceti) en komen voor in alle wereldzeeën.
Er bestaan ongeveer 36 soorten dolfijnen verdeeld over 16 geslachten. De kleinste dolfijn is de Havisidedolfijn, met een lengte van 1,2 meter en een gewicht van 40 kilogram. De grootste dolfijn is de zwart-witte orka, waarbij mannetjes tot 9,8 meter lang kunnen worden en 5,5 ton kunnen wegen.[1]
Dolfijnen leven vooral in de ondiepere gebieden van de zee. Ze eten vooral vis en inktvis. Tussen de diverse soorten zitten behoorlijke verschillen:orka's pakken bijvoorbeeld veel grotere prooien (onder andere zeeroofdieren) dan de gewone dolfijn, die hoofdzakelijk van vis leeft.
Inhoud[verbergen] |
Intelligentie
Net als andere walvissen staan dolfijnen bekend als zeer intelligente en sociale dieren. Ze hebben relatief grote hersenen, waarvoor overigens ook andere verklaringen bestaan dan hoge intelligentie: dolfijnen kennen geen remslaap en dieren zonder remslaap hebben vaak relatief grote hersenen.
In 2001 slaagde een dolfijn voor de zogenaamde spiegeltest, waarbij een dier voor een spiegel wordt geplaatst om te bepalen of het zijn spiegelbeeld herkent als zichzelf. In hetzelfde jaar toonden onderzoekers aan dat dolfijnen het aanwijzen van een voorwerp door een mens begrijpen.
Bij tuimelaars is het gebruik van sponzen als gereedschap (waarschijnlijk ter bescherming van de neus) bekend. In 2005 beargumenteerden onderzoekers dat dit gebruik weliswaar binnen ééngenetisch verwante groep plaatsvindt, maar dat het niet alleen genetisch bepaald kan zijn, waarmee een vorm van cultuur zou zijn aangetoond.
In 2006 bleek uit onderzoek van de Universiteit van St Andrews in Schotland dat tuimelaars elkaar roepen met een karakteristiek fluitgeluidje, dat per dier verschillend is. De onderzoekers vergelijken dit met het gebruik van namen door mensen.
Onderzoek in Emory University op basis van MRI-gegevens, afgerond in 2010, plaatst dolfijnen op het vlak van intelligentie net na mensen. Ze zouden deze te danken hebben aan relatief grote hersenen t.o.v. hun lichaam, de erg ontwikkelde neocortex en de mogelijkheid om complexe emoties te beleven en zichzelf te herkennen. Er zouden twee grote groeispurten van de hersenen te herkennen zijn, een 39 miljoen jaar geleden, toen de tandwalvissen ontstonden en ze kleiner werden en grotere hersenen kregen. Ook de verschijning van de echolocatie trad toen op. 15 miljoen jaar geleden zou de tweede spurt zijn opgetreden toen dolfijnen socialer gedrag begonnen te vertonen en complexere interacties steeds belangrijker werden.[2]
Gedrag
Sociale interactie
Mede door hun intelligentie zijn dolfijnen sociale dieren, men vermoedt dat een combinatie van nieuwsgierigheid en het speelse karakter van de dolfijn ervoor zorgt dat ze veelvuldig contact hebben met andere diersoorten waaronder de mens. Veelvuldig is waargenomen dat dolfijnen met boten mee zwemmen. Hun neiging naar gezelschap komt ook goed tot uiting in de grote groepen waarin dit dier zich vaak manifesteert. Groepen kunnen bestaan uit tien tot vijfhonderd dolfijnen.
Seksualiteit
In een aantal gevallen is bekend dat seksueel gefrustreerde dolfijnen hun lusten botvieren door mensen aan te randen waarmee ze zwemmen. Hierdoor zijn enkele zwemmers ernstig gewond geraakt.
Huid
In 2004 maakten Japanse onderzoekers bekend dat ze ontdekten dat dolfijnen voortdurend roos hebben. Hun huid schilfert af, waarbij ze zich elke twee uur vernieuwt.
De loslatende huidschilfers verminderen de waterwrijving doordat de waterstroom rond het lichaam kalmeert. Hierdoor gaat er minder energie verloren aan het overwinnen van de waterweerstand en moet het dier minder energie verbruiken voor het zwemmen.
De huid is zacht. Dolfijnen hebben een flinke onderhuidse vetreserve, waardoor hun huidoppervlak een beetje veerkrachtig is. Als ze snel zwemmen ontstaan er kleine golfjes in hun huid, alsof ze geribbeld is. Die golfjes gaan de turbulentie tegen.
Evolutie en anatomie
Evolutie
Zowel dolfijnen, walvissen en bruinvissen zijn afstammelingen van landzoogdieren, hoogstwaarschijnlijk van de orde der evenhoevigen. De voorouders van de dolfijn zijn grofweg vijftig miljoen jaar geleden, in het Eoceen, in het water gaan leven.
Het skelet van een dolfijn heeft twee kleine botfragmenten die samen een rudimentair bekken vormen. In oktober 2006 werd in Japan een tuimelaar waargenomen met kleine vinnen aan beide zijden van de genitale gleuf. Wetenschappers geloven dat deze vinnen zijn ontstaan doordat het bekken van het dier verder is ontwikkeld dan gewoonlijk wordt waargenomen bij dolfijnen.
Als dolfijnen slapen, doen ze dat met één hersenhelft tegelijk. Dat is nodig omdat ze om de paar minuten boven water moeten komen om te ademen.
Anatomie
Dolfijnen hebben een gestroomlijnd spoelvormig lichaam dat uitermate geschikt is voor snel zwemmen. De homocercale staartvin wordt gebruikt voor stuwkracht terwijl de borstvinnen samen met de hele staartsectie worden gebruikt voor de aansturing. De rugvin zorgt, bij de soorten die deze hebben, voor stabiliteit tijdens het zwemmen.
Hoewel de kleurpatronen per soort verschillen, bestaat het basale kleurpatroon uit grijstinten met op de onderzijde van het lichaam een lichtere grijstinten; frequent gecombineerd met lijnen en plekken in verschillende tinten en contrasten.
In de kop van een dolfijn vinden we de meloen die de dolfijn zijn karakteristieke uiterlijk geeft. De meloen is een bollend orgaan dat enigszins over de bovenkaak heen uitpuilt. De meloen dient voor echolocatie en werkt als een actieve sonar. De meloen intensiveert de sonar, geproduceerd door defonische lippen hoog in de luchtpijp nabij het spuitgat. De trillingen van het fonische lippenmembraan wordt door het weefsel in de meloen omgezet in geluid. Deze fonische lippen produceren een hoog-frequent klikgeluid, ook wel kliks genoemd, de frequentie is zo hoog dat het menselijk oor de klikgeluiden niet kan waarnemen. Wanneer een dolfijn een prooi nadert en de geluidsgolven van de kliks worden weerkaatst door de prooi, zal de dolfijn de echo van zijn klik waarnemen middels de onderkaak hierin bevinden zich holtes welke zijn gevuld met vet en de trillingen van een echo doorgeven aan het binnenoor waarna de dolfijn zijn prooi kan lokaliseren.
Enkele soorten zoals de tuimelaar hebben een gekromde bek waardoor deze een glimlach lijkt te vormen, deze vorm heeft echter niets te maken met de gemoedstoestand van de dolfijn. De bek van een dolfijn kan wel tweehonderdvijftig tanden herbergen. Wetenschappers denken dat de tanden ook een functie hebben in het opvangen van kliks; deze zouden zo zijn gerangschikt dat ze dienstdoen als een antenne.
Dolfijnen ademen door het spuitgat, deze is net boven de meloen op de kop gesitueerd en wordt afgesloten door een krachtige klep die reflectorisch wordt geopend voor het in- en uitademen wanneer een dolfijn boven water komt. Het spuitgat is een geëvolueerde neus die in de loop van de evolutie van de snuit is verdwenen en is verplaatst boven op de kop van het dier.
De geslachtsorganen zijn gelokaliseerd aan de onderzijde van het lichaam. Mannetjes hebben twee gleuven, de bovenste voor het intern herbergen van de penis en de onderste voor de anus. Vrouwtjes hebben slechts één gleuf waarin zowel de vagina als de anus in uitmonden, aan beide zijden van deze genitale gleuf bevinden zich twee kleine kloven met daarin tepels verborgen; deze kloven behoren niet exclusief toe aan de vrouwtjes dolfijnen, ze komen ook voor bij sommige mannetjes.
Zintuigen
De meeste dolfijnen hebben zowel onder als boven water een scherp zicht en hun gehoor is vergeleken met dat van de mens vele malen beter. Dolfijnen nemen geluidsfrequenties waar van 75 Hztot 150.000 Hz; ter vergelijking een mens neemt geluidsfrequenties waar van 20 Hz tot 20.000 Hz. Hoewel dolfijnen een kleine ooropening hebben aan beide zijden van hun kop neemt men aan dat geluiden onder water ook, zo niet enkel, door de onderkaak worden opgevangen en worden doorgegeven aan het binnenoor middels een met vet gevulde holte in de onderkaak. Wetenschappers vermoeden dat de tanden van een dolfijn zo zijn gerangschikt dat ze werken als een antenne. Zo is een dolfijn in staat om de echo van hun kliks te kunnen interpreteren waardoor de lokalisering van de prooi wordt vergemakkelijkt. Dolfijnen zijn vermoedelijk gevoelig voor de hoge geluidsintensiteit van bijvoorbeeld sonar zoals die voor militaire doeleinden wordt gebruikt. Strandingen van dolfijnen worden onder meer daaraan geweten.
De tastzin van een dolfijn is eveneens zeer goed ontwikkeld met vrije zenuwuiteinden dicht op elkaar gepakt in de huid, vooral rond de snuit, op de rugvin en de genitale gleuven is de tastzin van een dolfijn zeer perceptief.
Dolfijnen hebben geen geurzenuw, daarom wordt aangenomen dat dolfijnen geen reukzin hebben. Toch hebben dolfijnen smaakzin en hebben voorkeur voor bepaalde soorten vis. Omdat dolfijnen de meeste tijd onder water doorbrengen denkt men dat het proeven van water voor de dolfijn een manier is om het ontbreken van reukzin te compenseren.
Soorten
De bekendste soorten zijn de orka (Orcinus orca), de tuimelaar (Tursiops truncatus) en de gewone dolfijn (Delphinus delphis). Enkele andere tandwalvissen die "dolfijn" worden genoemd, bijvoorbeeld rivierdolfijnen zoals de Orinocodolfijn (Inia geoffrensis) en de Chinese vlagdolfijn (Lipotes vexillifer), behoren niet tot de familie.
De familie omvat de volgende geslachten en soorten:
- Familie Delphinidae:
- Geslacht †Australodelphis
- Geslacht Cephalorhynchus:
- Kortsnuitdolfijn (Cephalorhynchus commersonii)
- Witbuikdolfijn (Cephalorhynchus eutropia)
- H(e)avisidedolfijn (Cephalorhynchus heavisidii)
- Hectordolfijn (Cephalorhynchus hectori)
- Geslacht Delphinus:
- Kaapse dolfijn (Delphinus capensis)
- Gewone dolfijn (Delphinus delphis)
- Geslacht Feresa:
- Dwerggriend (Feresa attenuata)
- Geslacht Globicephala:
- Indische griend (Globicephala macrorhynchus)
- Griend (Globicephala melas)
- Geslacht Grampus:
- Gramper (Grampus griseus)
- Geslacht Lagenodelphis:
- Sarawakdolfijn (Lagenodelphis hosei)
- Geslacht Lagenorhynchus:
- Witflankdolfijn (Lagenorhynchus acutus)
- Witsnuitdolfijn (Lagenorhynchus albirostris)
- Dolfijn van Peale (Lagenorhynchus australis)
- Zandloperdolfijn (Lagenorhynchus cruciger)
- Witgestreepte dolfijn (Lagenorhynchus obliquidens)
- Donkergestreepte dolfijn (Lagenorhynchus obscurus)
- Geslacht Lissodelphis:
- Noordelijke gladde dolfijn (Lissodelphis borealis)
- Zuidelijke gladde dolfijn (Lissodelphis peronii)
- Geslacht Orcaella:
- Irrawaddydolfijn (Orcaella brevirostris)
- Orcaella heinsohni
- Geslacht Orcinus:
- Orka (Orcinus orca)
- †Geslacht Platalearostrum
- †Hoekmans stompsnuitdolfijn (Platalearostrum hoekmani)
- Geslacht Peponocephala:
- Witlipdolfijn (Peponocephala electra)
- Geslacht Pseudorca:
- Zwarte zwaardwalvis (Pseudorca crassidens)
- Geslacht Sotalia:
- Tucuxi (Sotalia fluviatilis)
- Sotalia guianensis
- Geslacht Sousa:
- Chinese witte dolfijn (Sousa chinensis) (of "Roze dolfijnen")
- Kameroendolfijn (Sousa teuszii)
- Geslacht Stenella:
- Slanke dolfijn (Stenella attenuata)
- Clymenedolfijn (Stenella clymene)
- Gestreepte dolfijn (Stenella coeruleoalba)
- Atlantische vlekdolfijn (Stenella frontalis)
- Langsnuitdolfijn (Stenella longirostris)
- Geslacht Steno:
- Snaveldolfijn (Steno bredanensis)
- Geslacht Tursiops:
- Langbektuimelaar (Tursiops aduncus)
- Tuimelaar (Tursiops truncatus)
Actualiteit
2007 was het (Internationaal) Jaar van de Dolfijn
Het jaar 2007 is door de Verenigde Naties en het 'United Nations Environment Programme' (UNEP) uitgeroepen tot (Internationaal) Jaar van de Dolfijn op voorstel van en ondersteund door diverse conventies en organisaties.
Op 17 september 2006 heeft H.S.H. Prins Albert II van Monaco de aankondiging gedaan, hij is ook internationaal beschermheer geworden van dit zo geheten themajaar.
Op initiatief van NatureNet Europe is een Nationaal Comité Jaar van de Dolfijn voor Nederland ingesteld. Het Comité bevordert de viering van het (Internationaal) Jaar van de Dolfijn 2007 in Nederland. Voorzitter is Wim van Gelder, Kustvereniging (EUCC) / NatureNet Europe en Commissaris van de Koningin (CDA) in de Provincie Zeeland.
Dolfijnen in de kunst
In de ornamentkunst is de dolfijn een veel gebruikt motief. In de heraldiek het symbool van vorstelijk gezag (zie het Franse dauphin), dat in de wapens van Franse koningen veel voorkomt.
Het motief wordt gebruikt ter versiering van fonteinen en bronnen. Veelal ook als begeleiders van nimfen, nereïden, tritonen, van Neptunus, Aphrodite, Arion, enz.
The Cove
'Makreel:
In de Noordzeehavens zijn veel vissersboten die groepen of individuen de gelegenheid bieden met de hengel op makreel te vissen. Ze zoeken de scholen vis op. Bij het vissen wordt op deze boten meestal gebruikgemaakt van een verenpaternoster met diverse haken. Daardoor is het mogelijk meerdere makrelen tegelijk te vangen.
Inhoud[verbergen] |
[bewerken]Uiterlijk
Een makreel wordt 30 tot 50 cm lang. De voorste rugvin heeft 11 tot 13 slanke stekeltjes, de staartvin is diep ingesneden. Tussen de rug- en staartvin en tussen de anaalvin en staartvin bevinden zich kleine vinnetjes. Het maximale geregistreerde gewicht is 3400 gram, de maximaal vermelde leeftijd is 17 jaar.
[bewerken]Leefwijze
De makreel is een schoolvis die dicht bij het wateroppervlak zwemt. In de zomer komen de vissen dicht bij de kust en trekken dan naar het noorden. In de winter bevinden ze zich in diepere wateren. Het voedsel bestaat uit kreeftachtigen en kleine vissen en wordt aan de wateroppervlakte gezocht. De paaiperiode loopt van mei tot juni.
De vis komt voor in de Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.
[bewerken]Visserij en verwerking
De makreel is van groot commercieel belang en een populaire vis voor de consumptie. Bij vrijwel alle viskramen wordt de vis verkocht. Het vlees bevat zeer veel vitamine B12. Het rode visvlees van de makreel bederft heel snel; om deze reden wordt de meeste makreel gestoomd verkocht.
Makreel wordt in warme vochtige lucht van ca. 60 graden gaar gestoomd. Daarna wordt ze door een rookcondensaat gehaald waardoor de oxidatievan de vetten wordt onderbroken. Het echte roken van makreel gebeurt hoofdzakelijk door sportvissers aan huis. Ook verse makreel is goed eetbaar. Vanwege het snelle bederf is het verstandig om zelfgevangen en snel schoongemaakte en gekoelde makreel te gebruiken.
Walvis:
Daarnaast is er een uitgestorven orde, de Archaeoceti (soms oerwalvissen of vroege walvissen genoemd), die in vijf families is onderverdeeld.
Inhoud[verbergen] |
[bewerken]Naamgeving
"Cetus" is Latijn en wordt in de biologische namen gebruikt om te verwijzen naar walvis. De oorspronkelijke betekenis ervan is groot zeedier. Het komt van het Oudgriekse κῆτος (kētos), dat "grote vis" of "zeemonster" betekent. In de Griekse mythologie werd het monster dat door Perseuswerd verslagen, Ceto genoemd. Het monster wordt afgebeeld door het sterrenbeeld Cetus. Cetologie is de tak van de mariene wetenschappenverbonden aan de studie van de walvisachtigen.
[bewerken]Kenmerken
Net als alle zoogdieren ademen walvissen lucht met behulp van hun longen. Ze zijn warmbloedig, brengen levende jongen ter wereld (onder water), voeden deze jongen met melk uit speciale melkklieren, en hun lichaam is bedekt met (weinig) haar.
De walvissen nemen bij het duiken slechts weinig lucht mee naar beneden; de longcapaciteit is bij de grote soorten maar ongeveer de helft van die bij de landzoogdieren. De zuurstofvoorraad is niet opgeslagen in de longen, maar in het spierweefsel, hier hechten de zuurstofmoleculen zich aan het eiwit myoglobine. De neusgaten worden bij het bovenkomen reflectorisch geopend. De uitademing gaat gepaard met een hevig gesnuif (blazen) door de neus(spuit)gaten. Bij de grote soorten ontstaat dan een fontein van door afkoeling gecondenseerde waterdamp, die tot circa 8 meter hoog kan worden; vorm en afmeting ervan zijn specifiek per soort.
Baleinwalvissen hebben in hun bek baleinen, zeefachtige structuren waarmee het voedsel, kleine vissen en microscopisch plankton, uit het water wordt gezeefd. De baleinen bestaan uit keratine.
De blauwe vinvis is het grootste dier dat ooit op aarde heeft geleefd. Hij kan 33 meter lang worden met een gewicht van 170 ton.
De walvissen behoren tot de bekendste diermuzikanten. Met geluiden van tussen de 20 Hz tot 10 kHz proberen mannetjeswalvissen de vrouwtjes te verleiden. De gezangen die zij zingen bestaan uit verschillende frasen, die uren kunnen duren, en worden soms jarenlang onthouden.
[bewerken]Walvisjacht
![]() |
Gedurende de laatste eeuwen zijn vele walvissoorten bijna tot uitsterven gebracht door de behoefte aan hun vlees en vet (gebruikt voor lampolie).Amber is een product dat wordt gewonnen uit het lichaam van de potvis en dat wordt gebruikt in de fabricage van parfum. Door internationale verdragen is de jacht op walvissen sterk aan banden gelegd. Door Canada, IJsland, Japan en Noorwegen en enkele andere landen wordt nog steeds op walvissen gejaagd voor consumptie - soms onder het mom van wetenschappelijk onderzoek. Door enkele inheemse bevolkingsgroepen in Canada, de Verenigde Staten en de Stille Oceaan wordt nog op kleine schaal op bedreigde walvissoorten gejaagd. De walvisjacht is het onderwerp van een van de klassiekers uit de Engelse literatuur, het door Herman Melville geschreven boek Moby-Dick.
[bewerken]Rivierdolfijnen
Enkele soorten hebben zich gespecialiseerd in het leven in rivieren zoals de Ganges, de Amazone en de Orinoco (bijvoorbeeld de Orinocodolfijn). Net als hun in zee levende verwanten vinden ze hun weg in het troebele rivierwater door middel van echolocatie, waarbij ze een serie klikgeluiden uitsturen (zie: Zintuigen).
[bewerken]Evolutie
![]() |
Walvissen zijn ontstaan uit landdieren die, waarschijnlijk in het Eoceen, tussen 55 en 34 miljoen jaar geleden, in zee gingen leven. Over de afstamming van de walvis is in de jaren rond de millenniumwisseling veel te doen geweest. In 2001 werden drie 47 miljoen jaar oude fossielen ontdekt in de Pakistaanse provincie Beloetsjistan. Ze kregen de namen Pakicetus, Rodhocetus enArtiocetus. Het betreft hier tussenvormen tussen op het land levende dieren en de volledig in zee levende walvissen, die nog wel poten hadden. De enkelbeenderen daarvan vertonen kenmerken die anders alleen bij evenhoevigen gezien worden. Recentelijk is, op basis van genetische gegevens, voorgesteld om de walvissen samen met de evenhoevigen tot de orde Cetartiodactyla te rekenen.
[bewerken]Taxonomische indeling van de walvissen
![]() |
De walvissen worden ingedeeld in twee onderordes:
Maak jouw eigen website met JouwWeb